Turnhout circusstad (deel 1)
Datum publicatie: juni 2024
Het circus kwam letterlijk naar ons thuis
Willy Dewinter
Als kind van 1955 had ik het geluk te mogen opgroeien in de ‘Smiskens. We hadden toen nog geen tv thuis, al mochten we bij de buren wel eens gaan kijken naar een vooraf aangekondigde film van Kuifje. Met de kinderen uit de buurt zaten we dan op een woensdagnamiddag vol verwachting te turen naar een scherm waarop vooral grijze spikkels te zien waren... De film werd vertoond op Rijsel, een Franse zender. ‘Als de tv-antenne in de juiste richting gedraaid werd, kon je die zender best goed ontvangen’, dixit Maria, de buurvrouw. ‘t Zal mist zijn in Rijsel’, vergoelijkte ze en ze dreef ons zachtjes terug richting voordeur.
Teleurstelling alom, maar toch was de Smiskense jeugd erg bevoorrecht in het Turnhout van toen: in de naoorlogse tijd en dan bedoel ik de jaren 50 en 60, toerden grote circusondernemingen door Europa en die bezochten ook onze stad. De reuzententen werden opgesteld op het grasveld voor het stadspark. Er werd toen alleen nog maar gepraat over een ringlaan. De bedding waarop later de ring aangelegd werd, was van het grote grasplein gescheiden door een vrij diepe gracht waarin wij menige puit vingen en … er van alles mee uitstaken (niet voor publicatie geschikt). Tegen de Papenbruggestraat lag een voetbalveld waarop de Kempenzonen voetbalden en veel later werd op het plein een parking aangelegd. Het voetbalplein was gekend als het plein van de Snol of het plein van Alberta. Het lijkt wel de prehistorie nu.
Mijn vroegste circusherinnering gaat terug naar het grote Franse Circus Pinder. Dat circus hield een optocht door de straten van de stad met praalwagens, clowns, paarden en vooral met olifanten. Op de Graatakker hadden de dikhuiden vooral interesse in de takken van de acaciaboompjes die de straat omzoomden. Die gebeurtenis zorgde voor heel wat mond-aan-mond-reclame en het volk trok massaal naar de voorstellingen. Het circus had zo’n omvang dat de circuswagens niet allemaal op het plein konden gestald worden; ook de omliggende straten werden door de woonwagens en caravans ingepalmd. Pal voor onze voordeur stond de indrukwekkende woonwagen van de superster Louis Mariano. Deze beroemde Franse zanger verzorgde een deel van het circusprogramma. Vele lezers kennen ongetwijfeld zijn hoog stembereik in het lied Mexico, Mexie-ieko. Dit alles vond plaats in het jaar ’59; ik was amper 4 jaar jong en daardoor namen mijn ouders mij niet mee naar de voorstelling. Zou het daardoor komen dat ik, toen ik opgroeide, niet zozeer geboeid raakte door de circusvoorstelling zelf, maar wel door het circusleven van de artiesten en alles wat daarrond bewoog en gebeurde?
Van mijn vader wist ik in onze buurt als eerste van de komst van een circus; als politieman zat hij dicht bij de bron van de gemeentelijke informatie. Wanneer een circus aan het stadspark neerstreek, waren mijn kameraden en ikzelf er niet weg te slaan. Met grote ogen keken we naar de trucks, de dieren in de kooien en het circusvolk dat jongleerde en tuimelde tussen de woonwagens. Mijn oudere broer vergezelde me eens naar het plein toen het Berliner Circus er opgesteld stond. Toen hij zijn gezicht tegen de besmeurde ruit van een groene circuswagen drukte om wat beter te kunnen zien, sprong opeens een boze aap naar de ruit, waardoor mijn broer geschrokken achterover tuimelde en nog wat Duitse verwensingen om zijn oren kreeg van een toegelopen dierenverzorger. Hij kon zelf niet meer zeggen wat voor dier hij gezien had, maar op de prentjes die in die tijd in een wikkel Martougin-chocolade zaten en die we naarstig verzamelden, herkenden we beiden een mandril. Om maar te zeggen dat met een circus heel wat dieren reisden die nooit in de ring te zien waren tijdens de voorstelling. Ze verhoogden het prestige van het circus en konden voor weinig geld bekeken worden in de ménagerie, tenminste als de ruiten van de kooiwagens proper gehouden werden. In elk geval bepaalde de grootte van de circustent, het aantal circuswagens en het aantal exotische dieren de mate van interesse van het publiek, zeker ook van ons. In die zin was de circusparade en waren de reclameborden enorm belangrijk. Sommige reclamepanelen waren echte kunstwerken, zoals je kan merken aan onderstaande afbeelding.
Reclamepanelen als echte kunstwerken (Library of Congress / Unsplash)
Bronnen raadplegen in het archief
Het nieuws over de komst van een circus bereikte het Turnhoutse publiek via reclame in weekbladen die in die tijd gretig gelezen werden; zo vond ik in het stadsarchief heel wat aankondigingen in Reclaam is Succes en digitaal in De Kempenaar en in het Aankondigingsblad. Je duikt echt in ons gezamenlijk verleden, wat ik elke Bezemklokker kan aanraden! In een groter bestek dan dit artikel kan je nog heel wat meer bronnen in het archief raadplegen om meer te weten te komen over de doortocht van het circus in Turnhout; je vindt er o.a. heel wat briefwisseling terug tussen circusdirecties, impresario’s en het gemeentebestuur, o.a. over het al dan niet vergunnen van een standplaats of over een schadeclaim van de gemeente aan het circus. Maar die info verwerk ik nog in een ruimer concept waarin ik alle circussen wil bespreken die onze stad aandeden, van in de 19de eeuw tot nu. Gelukkig kon ik nog heel wat indrukken en beelden uit mijn geheugen opdiepen die ik nu al zoekend in het archief kon verifiëren: ik herinnerde me de kleuren van de wagens van de circussen, wist perfect welke circussen ik zag aan het stadspark en welke op het Boomgaardplein, zag me met mijn kameraden over het terrein lopen en zag de massale volkstoeloop als er een circus kwam.
In het midden van de vorige eeuw beleefde het circus haar hoogdagen. De massa raakte nog echt verwonderd wanneer ze deze wondere wereld betraden. Circusvoorstellingen werden druk bijgewoond en vervoermaatschappijen legden speciale bussen in om mensen van heinde en verre in staat te stellen het circus in onze stad te bezoeken. Filmmaatschappijen speelden handig in op die interesse voor het circus. In de doorzochte weekbladen stond de programmatie van de verschillende Turnhoutse cinema’s afgedrukt. Er waren heel wat zalen en net na de Tweede Wereldoorlog werden heel wat films vertoond die zich afspeelden in de wereld van het circus. In cinema Feestpaleis vertoonde men Circus Saran, in cinema Forum Annie, la reine du Cirque, in cinema Roxy en in cinema Forum tegelijkertijd Het grootste schouwspel ter wereld, in cinema Lux Le grand Cirque, in cinema Roxy Salto Mortale, in cinema Kursaal Het circus in opstand en enkele maanden later De Clown, in cinema Forum Circus-Première, in cinema Lux De circuskoning, in cinema Kursaal De clown is koning en wat later Etoiles du Cirque, namiddagvoorstellingen over het Circus van Moskou, in cinema Forum Trapeze en wat later De nar van het circus. Tegen het einde van de jaren 50 deed het televisietoestel zijn intrede in de Vlaamse huiskamers en kwam er concurrentie voor de bioscopen. Wie herinnert zich niet de kerstvoorstellingen op tv van het Engelse circus Billy Smart. Ik keek er elke kerst in elk geval naar uit.
Filmreclame (Reclaam is Succes 24/07/1958)
Een gedeelde fascinatie
Het circus dat het diepst in mijn geheugen gegrift staat, is zeker Circus Williams.
Het verbleef in het begin van de jaren 60 op het plein aan het stadspark. Carola Williams was een telg uit het beroemde Duitse circusgeslacht Althoff. Haar broers Frans en Adolf Althoff hadden elk hun eigen circus. Zij deden Turnhout eveneens aan in de jaren 60, maar hun tent stond opgesteld op het Boomgaardplein, toen men aan het stadspark de ring aanlegde. Wij woonden de schoolvoorstelling bij van circus Williams en dat was tevens mijn voorstellingsdoop. Ik was onder de indruk van de enorme tent die plaats bood aan 3.000 toeschouwers en ik genoot vooral van de leeuwen en olifanten. Ik herinner me ook dat elk kind op het eind van de voorstelling een ballon kreeg en een reclamewimpel om aan de ouders of vrienden te geven. Toen we netjes in de rij onder begeleiding van de meester de tent verlieten, zag ik mijn grootvader op zijn fiets; hij stopte naast me en vroeg ‘hoe het geweest was’ en ik voelde ook zijn enthousiasme en verwondering. De circusgekte gaf hij me zeker en vast door; hij vertelde me immers vaak over zijn jeugd en het Reuzencircus Gleich dat op 27, 28 en 29 maart 1932 op het plein aan de Guldensporenlei opgesteld stond. Dat moet het grootste circus geweest zijn dat ooit in Europa bestaan heeft. In de tent kon 12.000 man plaatsnemen en de piste was een arena van 62m lang. Pullmanwagens vervoerden de verwarmings- en elektriciteitsinrichting. Niet alleen de tent werd verwarmd, maar ook de stallen en ‘alle aanhankelijkheden’. Kinderen, invaliden en werklozen konden de voorstelling bijwonen aan halve prijs en iedereen kon kosteloos concerten bijwonen van het circusorkest, in de voormiddag van 11u tot 12u, in de namiddag van 14u tot 15u en ‘s avonds van 19u tot 20u.
Reclaam is Succes 22/10/1954
De Kempenaar 20/03/1932
Misschien liep er zelfs wat circusbloed door de aderen van mijn grootvader; Karel Jan Van Lissum, een verre verwant, stichtte het in Vlaanderen bekende circus Jhony. Het circusgezelschap trad op in een kleine gezellige tent die rond een houten kiosk gebouwd was. ‘Jhony’ huwde Maria Francisca Lechan, dochter van een andere bekende Belgische circusfamilie, de familie Libot. Mijn broer en ik werden op een dag als verrassing meegevoerd naar Beerse, waar circus Jhony die avond een voorstelling gaf. Alleen, toen we er aankwamen, waren alle lichten gedoofd. Mijn grootvader ging poolshoogte nemen en de voorstelling bleek niet door te gaan wegens een gebrek aan toeschouwers. Hij zag de teleurstelling op ons gezicht en zei toen dat we in de plaats uitgenodigd werden in de wagen van de directeur. Mijn broer, mijn vader, de neef van mijn vader, mijn grootvader en ikzelf zaten enkele ogenblikken later in de gezellige, kraaknette woonwagen van de familie Van Lissum. Er werd voor iedereen een pint bier ingeschonken, ook voor mij, die vanzelfsprekend nog nooit bier gedronken had. Ik geloof toch dat ik een glas sinalco-limonade kreeg. Maar ademloos zat ik te luisteren naar verhalen die ik toen ook nog niet helemaal begreep. Wat een avond!
Bronnen:
- Weekblad Reclaam is Succes
- Weekblad De Zondagsvriend
- Huis van Alijn, Gent
- Belgische circussen en foortheaters , André De Poorter
- Gent, circusstad, André De Poorter
- Archief Turnhout