Telegrambesteller

Datum publicatie: december 2024

Telegrambesteller, een verdwenen beroep.

Gil Tack en Erika Wouters

Inleiding

Ons lid Vic Belmans (° 1942) staat ons te woord in zijn moderne flat en is een echte spraakwaterval. Het Bezemklokje komt dus veel te weten over de werking van de RTT, daarna Belgacom en nu Proximus. Zijn overleden echtgenote Christiane Adams werkte in 2014 ook al samen met Het Bezemklokje aan een artikel over haar tante: Jeanne Adams, commissionair van dienst in het Heilig Graf (Het Bezemklokje, ledenblad nummer 20, 2014, pp. 9-11).

Telegrambesteller

Op 12-jarige leeftijd begint Vic in de 6de moderne - nu het 1ste middelbaar - in Sint-Victor. Maar studeren en stilzitten zijn niet zijn ding. Daarom stapt hij over naar de Vakschool in de Zandstraat (VTST) en volgt er de richting Houtbewerking. Daar heeft hij een goede band met mijnheer Emiel Witvrouwen, leraar Hout en Materiaalkennis. Deze leraar is 97 jaar geworden en Vic zag hem nog regelmatig. Maar Vic gaat niet graag naar school en na twee jaar zegt zijn vader: ‘Doe examen bij de RTT (Regie voor Telegrafie en Telefonie), daar vragen ze een halftijdse telegraafbode (telegrambesteller).’ Na het examen en een gesprek met de dienstleider Marcel Van de Leur in het telefonie- en telegraafkantoor bij het station van Turnhout, wordt Vic op 1 juli 1958 - hij is dan 16 jaar - aangenomen als telegraafbode. Vanuit zijn nieuwe werkomgeving ziet hij ook wat er in de telefonieafdeling gebeurt. Daar komen klanten om een telefoonverbinding aan te vragen. Ze geven aan de bediende het nummer door. Via een schakelbord brengt de telefoniste de connectie manueel tot stand en verwijst ze de klant naar een cabine. De duur van het gesprek wordt genoteerd, want daarvan hangt het te betalen bedrag af. 

  De jonge Vic tijdens een rustpauze in de Heilig Hartstraat in Turnhout. Foto Vic Belmans.

Na een korte opleiding begint Vic als telegrambesteller. Hij vindt zijn werk aangenaam omdat hij de hem toegewezen verzendingen (telegrammen en expressbrieven) naar eigen goeddunken mag sorteren en dus ook de verplaatsingen zelf kan regelen. Vanzelfsprekend moet alles wel op tijd op de bestemming geraken. De bestellers verplaatsen zich per fiets die zij zelf moeten aankopen. Zij krijgen daarvoor wel een maandelijkse vergoeding. Vic heeft als regio Turnhout, Oud-Turnhout en Vosselaar en tijdens de weekends Schoonbroek, Ravels-Eel en Weelde Statie. Hij doet dit werk tot 30 juni 1961.

Het telegramverkeer

De teksten voor de telegrammen worden door de kantoorbediende getypt en per telex verstuurd naar het telegraafkantoor van de geadresseerde. Op het kantoor van bestemming wordt de tekst, die in strookjes uit het telexapparaat komt, gekleefd op een telegrambrief. De aanwezige klerk vouwt de telegrambrief, plakt hem dicht om hem vervolgens bij de geadresseerde te bestellen.

Er zijn de staatstelegrammen voor de ambtenaren van het gerecht, de politie en de arrondissementscommissaris. Die zijn er in twee soorten: dringend of zeer dringend. Soms gaan de bestellers (porteurs) daarom nog laat op pad. Dit kan omdat ze met de vroege en de late werken. Op een keer moet Vic nog laat naar het huis van de arrondissementscommissaris. Het regent en als hij er aankomt, loopt de hond los in de tuin. Vic vraagt om die even op te sluiten. De arrondissementscommissaris is verbaasd om hem te zien. ‘Moet je daarvoor nu nog zo laat komen? Ik ken de beslissing al, want ik was daarstraks zelf op de vergadering aanwezig.’

Om 22.00 uur sluit het kantoor bij het station. Als de telegraafbodes later aankomen, moeten ze zich melden in het telefoonkantoor in de Heilig Hartstraat en hun tasje (sjakoske) laten controleren om te zien of alle telegrammen wel besteld zijn. ‘s Nachts zijn hier maar enkele bedienden aanwezig en is het er zeer rustig. Soms staat op de telex vermeld dat de inhoud van het telegram ook telefonisch mag worden meegedeeld als het te laat op de dag is voor de bezorging. De papieren versie van het telegram wordt later besteld.

Verder zijn er ook de luxetelegrammen met onder andere felicitaties bij huwelijken. De klanten schrijven hiervoor zelf de tekst. Die wordt door de bediende overgetikt en vervolgens per telex doorgestuurd. Veel huwelijken vinden plaats in juli en augustus. De landbouwschuren zijn dan leeg en klaar om de nieuwe oogst op te slaan en er is ruimte om de huwelijksfeesten te laten plaatsvinden. In deze periode is het bijgevolg zeer druk in het kantoor. Heel dikwijls zijn de telegrambestellers vragende partij om de luxetelegrammen op het feest af te geven, omdat hen dan een glaasje wordt aangeboden! 

   Luxe telegram met opgekleefde strookjes uit de telex. Foto uit: Trouwen in Turnhout, p. 78, Het Bezemklokje Heemkundekring Turnhout, 2014.

Tenslotte zijn er de perstelegrammen met de sportuitslagen van de wedstrijden op zondagnamiddag. Die moeten voor een bepaald uur bij de krantenredactie aankomen.

Een journalist, die de thuismatch van FC Turnhout heeft gevolgd, kwam al wel eens euforisch en half dronken het telegraafkantoor binnen met zijn perstekst. Die perstekst moest vaak ook nog eerst verbeterd worden en het was werken tegen de klok om alles nog op tijd op de krantenredactie te krijgen.

Werken bij de lijnploeg

Vanaf 1 juli 1961 wordt Vic, tot aan zijn legerdienst in oktober 1961, overgeplaatst naar Herentals naar de technische dienst, afdeling Lijnen. Dit houdt in nieuwe palen plaatsen, de kabels in bronsdraad uitrollen en als luchtlijnen aan de porseleinen potten op de palen bevestigen. 

Plaatsen van 22 meter hoge palen, afkomstig uit de Ardennen. Foto Vic Belmans.

Plaatsen van de luchtlijnen aan de porseleinen potten op de palen. Foto Vic Belmans.


De palen zijn 9, 14 of 22 meter hoog en komen uit de Ardennen. Ze worden in groepjes van drie geplaatst: twee rechte en een schuine. Op de twee rechte wordt een centrale aansluitingskast bevestigd, die door de collega’s omwille van de vorm doodskist genoemd wordt. Deze kast wordt aangesloten op een ondergrondse kabel. De palen staan meestal 50 meter van elkaar, op het platteland 75 meter. De lijnen vertrekken vanuit een centrale, worden dan met het centrum van de gemeenten verbonden en van daaruit verder naar de klant gebracht. Voor klanten die in het gemeentecentrum wonen, vertrekt de kabel rechtstreeks vanuit de centrale zonder luchtlijnen.

Na zijn legerdienst gaat Vic opnieuw aan de slag in Herentals. Hij werkt er van 1 oktober 1962 tot 31 januari 1966, ditmaal in de afdeling Ondergrondse Kabelwerken.

Ondertussen volgt hij tussen 1 maart 1961 en 30 juni 1964 avondlessen Elektriciteit in het Horito. Hij behaalt er het diploma B2 Algemene Elektriciteit.

Hierdoor heeft hij bij de RTT de keuze om te werken in de administratie of te blijven in de lijnploeg bij de technische dienst. Hij kiest voor het lichamelijk bezig zijn in de lijnploeg. Nadat hij in 1965 slaagt voor het bevorderingsexamen tot elektricien, volgt Vic in Antwerpen een opleiding van 3 maanden (van maart tot juni 1966), uitsluitend voor telefonie. Na deze opleiding wordt hem een standplaats toegewezen in Bilzen, provincie Limburg. Hij meldt zich aan op de hoofdzetel van de RTT Limburg in Hasselt, maar krijgt daar te horen dat zijn nieuwe werkplek niet Bilzen maar Hasselt zal zijn. Tenslotte komt hij in verband met de op handen zijnde automatisatie, in Neeroeteren terecht.

Tegelijkertijd werkt hij buiten de uren bij zijn neef René, die in Hasselt een zaak heeft en koffiemachines van het merk Faema installeert. Daar verdient Vic het dubbele van de 8000 fr. bij de RTT, krijgt hij overuren betaald en een auto van het bedrijf. René wil hem graag in dienst nemen, maar de uitspraak van zijn vader: ‘Met familie moet je feesten en niet voor hen werken’ indachtig, doet Vic dit niet.

Overschakelen naar automatisatie in Hoogstraten

Vanaf 1 december 1966 krijgt Vic een betrekking als elektricien bij de dienst Toestellen met als standplaats Hoogstraten, sector Antwerpen. Daar heeft hij veel geleerd, want hij moet zijn plan trekken. Stilaan wordt het telefoonverkeer immers meer en meer geautomatiseerd en daarvoor moeten de kabels in de grond liggen. Het nodige materiaal hiervoor haalt Vic met de auto - een Anglia - van de RTT in Antwerpen op. ‘s Morgens gaat hij met de bus naar Hoogstraten en rijdt dan met de auto naar Antwerpen. Daar gelden andere omgangsvormen en dat is voor Vic even wennen. In de Kempen en Limburg noemen alle werknemers elkaar bij de voornaam. In Antwerpen geldt dit enkel voor de ondergeschikten; de werknemers in hogere functies worden aangesproken met mijnheer voor hun naam. ‘s Avonds zet Vic de Anglia in Hoogstraten in de garage en neemt dan opnieuw de bus naar Turnhout. 

   Anglia, waarmee Vic vanuit Hoogstraten in Antwerpen materiaal haalt. Foto Vic Belmans.

Omdat de administratieve diensten van Antwerpen niet voor één klant naar Hoogstraten komen, krijgt Vic een extra job: contracten opstellen voor een aansluiting bij nieuwe klanten. In Hoogstraten blijft hij 6 jaar.

Eindelijk bij de RTT-afdeling in Turnhout

In de jaren 70 wordt telefoon thuis heel populair. Daarom krijgt Vic in het begin van 1972 opnieuw ander werk, ditmaal in Turnhout. Eerst doet hij gewone aansluitingen bij klanten en daarna stapt hij over naar de Complexe Inrichtingen. Dit betekent dat hij in bedrijven de centrale met de binnenposten verbindt en herstellingen uitvoert.

In totaal werkt hij 25 jaar in Turnhout. In 1995 wordt hij een laatste keer overgeplaatst naar Herentals naar de dienst Dispatching. Wanneer Vic in 1999 samen met 6300 collega’s op Verlof voor Pensioen wordt gesteld, komt er een einde aan zijn loopbaan bij den telefon. 

   Burgerlijk ereteken van Vic Belmans. Foto Vic Belmans.


 

 


zondag, 1 december, 2024 - 12:00