Het Rijksonderwijs

Datum publicatie: december 2022

Het Rijksonderwijs in Turnhout (deel 2)

Willy Dewinter

In het eerste deel van het verhaal van het Rijksonderwijs in Turnhout lazen we hoe moeilijk het was om in het katholieke Vlaanderen in de 18de eeuw neutraal onderwijs ingang te doen vinden. De Lagere Hoofdschool van directeur Sanders kreeg van het stadsbestuur uiteindelijk onderdak in het vroegere hotel Stroobant de Terbruggen en kon daarna uitgroeien tot de Ecole Moyenne; dat ging niet zonder slag of stoot, zonder vallen en vooral weer opstaan. Het oude hotel Stroobant de Terbruggen, moederhuis van het Rijksonderwijs in Turnhout, heeft nog heel wat te vertellen. Veel leesplezier.

L' Ecole Moyenne (de Kommejen)

Het Rijksonderwijs groeide vanaf dan gestaag onder meestal bevlogen leiders, soms met de wind mee en vaak ook met nogal wat tegenwind. Niemand bleef bij de pakken zitten, ondanks groeipijnen, infrastructurele problemen, de schoolstrijd en de oorlogsjaren.

Toen Guillaume Senden de leiding van de school overnam, heerste er in Turnhout een vijandig klimaat ten opzichte van de Rijksmiddelbare School. Het bestuurscollege hield zich vaak afzijdig; er werd vier keer per jaar vergaderd om de hoogst noodzakelijke praktische zaken af te handelen, maar de interesse en de morele financiële ondersteuning die voorheen wel aanwezig was, verschrompelde. Het bestuurscollege kon maar moeilijk verkroppen dat er steeds minder rekening gehouden werd met haar wensen inzake benoemingen van personeelsleden. Maar Guillaume Senden was een uitstekend pedagoog en meester tacticus. Binnen de kortste keren zorgden hij en zijn ploeg voor onomstootbare bewijzen van de degelijkheid en de hoge kwaliteit van het onderwijs dat in de school aangeboden werd. Dat zorgde op termijn voor een herwonnen vertrouwen. In die tijd werden er voor leerlingen uit heel het land jaarlijks “concours interscolaire” ingericht, bijvoorbeeld over de kennis en de beheersing van het Nederlands; zowel in 1885 als in 1887, 1889, 1890, 1891 en 1892 veroverde een leerling van de middelbare afdelingen de eerste prijs. In de toenmalige lokale pers kon men het volgende lezen: “De magistraat van onze stad verheugde zich met rechtmatige fierheid over de schitterende resultaten en over het uniek succes van de Staatsmiddelbare School van Turnhout”. De Laureaten kregen kostbare prijsboeken en aan hun woonst bracht de fanfare L’Echo de la Campine een huldigende serenade. De ouders van de laureaten werden uitgenodigd bij de bestuurders van de school en tijdens die ontvangst werden de opstellen van het examen voorgelezen.

Door de weerklank van het succes van de school en door de mogelijkheid die ontstond om later hogere studies aan te vatten, stroomden leerlingen toe uit alle lagen van de bevolking. Standenverschil kwam op de school niet tot uiting. Het schoolregime was niet van de poes en de leerlingen hadden veel werk. De avondstudie was verplichte kost, behalve tijdens de winter voor diegenen die meer dan vijf kilometer van de school verwijderd woonden. De leerlingen kregen twee huiswerken per dag en elke week moesten twee opstellen geschreven worden, één voor Frans en één voor Nederlands. Daarnaast kregen ze nog één of twee taken voor Nederlands, twee taken voor Frans en drie taken voor wiskunde extra. De extra taken moesten afgegeven worden bij de leerkrachten thuis. Het regime was erg streng, maar goed presterende leerlingen werden vaak beloond: zo werden cinemavertoningen gehouden met behulp van een projectielamp, of mochten leerlingen in’t Frans corresponderen met leeftijdgenoten uit een middelbare school uit Luik. De successen die leerlingen van de Rijksmiddelbare School van Turnhout behaalden, bleven niet onopgemerkt: zo werd de school aangezocht om haar medewerking te verlenen aan de wereldtentoonstelling te Antwerpen in 1885, aan de expo te Luik in 1905 en aan de expo te Brussel in 1910: er werden cursussen, schriften en taken tentoongesteld.

Met het succes groeide de goodwill van de gemeente. Burgemeester P. Dierckx overtuigde als voorzitter van de Raad van Bestuur van de school het gemeentebestuur om te investeren in de gebouwen van de op dat moment noodlijdende en uit zijn voegen barstende school. De stad nam het heft in handen vanwege de uitblijvende financiering van staatswege. Eindelijk zouden klassen gesplitst kunnen worden.

Standaard van de Ecole Moyenne uit 1859 (Foto: Archief Koninklijk Atheneum)

De eerste wereldoorlog

Vanaf 29 september 1914 werd Turnhout in de eerste wereldoorlog gedompeld. Onder de leiding van schepen Du Four, die burgemeester Van Hal verving, besliste het bestuurscollege dat vanwege de oorlogsellende de noodlijdende gezinnen niet langer schoolgeld moesten betalen. Het leerlingenaantal in de voorbereidende klassen (Section Préparatoire) slonk aanzienlijk, want vooral de leerlingen die veraf of op den buiten woonden, bleven weg van school. In de winter van 1916 leed men kou door een gebrek aan kolen en hout. Brandstof was duur en bijna nergens te koop. De lessen werden voor een tijd gestaakt en uiteindelijk beperkt tot de duur van de voormiddag. De winter was ijzig en de beperkingen duurden tot half maart. Op het einde van de oorlog werden er op school Duitse troepen ingekwartierd die de gebouwen en de speelplaats bij hun vertrek in puin achterlieten.

Herademing

Na de oorlog kon de school zich gelukkig verder ontplooien. In het schooljaar 1928-1929 liepen 217 leerlingen school in de voorbereidende afdeling en 85 leerlingen in het middelbaar. In het schooljaar 1933-1934 liepen er 468 leerlingen school in de voorbereidende afdeling en 201 leerlingen in het middelbaar. Dat maakte dus een totaal van 669 leerlingen! Er waaide ook een nieuwe pedagogische wind doorheen de school, vooral door de impulsen van directeur Lucien Lebeau: de pedagogische en psychologische aanpak van de individuele leerling werd meer centraal gesteld. Er werd ingezet op geleide oefening en klemtonen lagen voortaan vooral op de hoofdzaken, minder op bijzaken. Het regime werd milder en in alle klassen was de meer humane geest voelbaar.

Er werd een Latijnse afdeling opgericht en er werd gestart met een zelfstandige middelbare meisjesafdeling. Het gebrek aan ruimte deed zich steeds meer voelen: de meisjes werden eerst ondergebracht in de Stedelijke Meisjesschool, dan bij uitbreiding in de Stedelijke Tekenschool in de Victor Van Hal-straat (vroeger Nieuwstraat en nu Grote Markt). Om voldoende toevoer te hebben voor de middelbare meisjesafdeling werd het plan opgevat om een voorbereidende afdeling voor meisjes op te richten. Er waren wel kandidaten, maar helaas geen lokalen.

Groeien en uitbreiden is logisch, maar hoe en waar en zou het opnieuw oorlog worden?

De bede van directeur Steendam om de ontwikkeling van de Turnhoutse jeugd niet in de weg te staan, vond gehoor bij het gemeentebestuur. Wijzend op de nood van leerlingen om universitaire studies aan te kunnen vatten, huurde de stad het Huis Ceulemans naast de school langs de Begijnenstraat. Onmiddellijk werd in 1936 een derde wetenschappelijke klas opgericht dat in het huis een onderkomen vond. Op die manier werd gestart met de uitbouw van een Atheneum-afdeling. Een jaar later werd de Grieks-Latijnse afdeling gesticht.

De toekomst oogde rooskleurig. De school floreerde als nooit tevoren en er liepen liefst zevenhonderd leerlingen school. Maar… de mobilisatie voor de op stapel staande tweede wereldoorlog zorgde voor een kritieke ontreddering: zeven leerkrachten werden onder de wapens geroepen, opdrachten werden gewijzigd en klassen werden samengevoegd. Bij het uitbreken van de oorlog op 10 mei 1940 bleven de leerlingen weg, maar wonder boven wonder werden op 6 juni de leergangen hervat met een nagenoeg volledige personeelsbezetting.
Weeral doken nieuwe problemen op: omdat de stad ruimte nodig had voor de bevoorradingsdiensten, moesten de meisjes de tekenschool in de Viktor Van Hal-straat verlaten. Gelukkig waren de Zusters van het Heilig Graf bereid om hen onderdak te verlenen. In het schooljaar 1942-1943 werden negen voorbereidende klassen ondergebracht in de Apostoliekenstraat en het schooljaar daarop zat de hele voorbereidende afdeling daar. Vanaf januari 1944 waren er stelselmatig meer leerlingen afwezig door de dreiging van bombardementen. Turnhout lag immers binnen de “gevaarlijke zone”. De voorbereidende klassen werden nu ook in de Apostoliekenstraat weggestuurd, want de bezetters eisten de gebouwen van het Heilig Graf en van de Gemeentescholen op. De uitbestede leerlingen moesten daardoor allen onderdak vinden in de gebouwen in de Begijnenstraat. Zelfs de bevrijding op 23 september 1944 bracht geen soelaas: vanaf januari 1945 moesten immers de soldaten van het bevrijdingsleger een onderkomen vinden en prompt werden ze in toenemende mate ingekwartierd in de gebouwen van de Begijnenstraat. Daardoor werden er klaslokalen ingericht in café Sint-Pieter en in het Hotel des Arcades. Vanaf het derde trimester raakte alles min of meer georganiseerd en viel alles zowat terug in zijn plooi. Er konden op het eind van dat turbulente schooljaar voor de leerlingen opnieuw plechtige prijsuitreikingen gehouden worden; in juni 1945 konden ze doorgaan in zaal Lux in de Renier Sniedersstraat (later ciné Palace) en in juni 1946 hield men de prijsuitreikingen in zaal Roxy (ciné Roxy aan de Merodelei, tot voor kort winkelketen AS Adventure). In het schooljaar 1947-1948 kregen voorbereidende klassen een behuizing in een oude fabriek in de Otterstraat; in februari 1949 verhuisden de overige voorbereidende klassen naar een loods in de Rubensstraat.
Wat een gedoe! En wat voor een werklust en soepelheid moeten de verschillende leraarsteams aan de dag gelegd hebben om al die moeilijkheden te overwinnen! Het geloof en vertrouwen van de ouders bleef overeind en dat loonde zich.
Het was niet al kommer en kwel…

Het onderwijzerscorps van de afdeling Rubensstraat (Foto: Archief Koninklijk Atheneum)

Vestiging Otterstraat: de heer E. Cavens en de 2de Voorbereidende A. 1954-1955 (Foto: Archief Koninklijk Atheneum)

Bronnen:

- Een interview met Jean Vallers en Chris Brouwers, leerkrachten op rust van het H.O.R.I.T.O te Turnhout
- Documentatie uit het archief van het Koninklijk Atheneum, mij verstrekt door de Heer Pol Waumans
- Info ingewonnen op de tentoonstelling over de geschiedenis van het KA in Turnhout, ingericht door Brent Noyens, student 5de Latijnse aan de Talentenschool Turnhout, campus Boomgaard, tijdens de opencampusdag op 29 april 2022.
- Historiek van de R.M.S. ,door Dr J. Smets, 1952
- Het Koninklijk Atheneum en het Rijksonderwijs in Turnhout, door Odette Haegeman-Vereecke en Toon van Bourgognie, 1978
-Dag van het Officieel Onderwijs, 19 april 1986, Redactie: Jean Vallers en Toon Van Bourgognie

datum_art22: 
donderdag, 29 december, 2022 - 15:45