Artikelen 2019

Datum publicatie: december 2019

Nostalgie naar de vijftiger en zestiger jaren van de vorige eeuw

Jo Dom

Korte situering
In die tijd stond het Sint-Elisabethziekenhuis nog op de plaats waar nu de Warande staat, deden de eerste TV-uitzendingen hun intrede in Vlaanderen en bevond zich het Café-restaurant Lindenhof op het huidige nummer 26 van de Sint-Antoniusstraat, nu de woning van kinderarts Weemaes. Een riante poort met zicht op een reusachtige linde gaf toegang tot het gebouw met café en drie feestzalen.

Het sociale leven van Turnhout
Dit speelde zich voor een groot deel hier af. Heel wat clubs en verenigingen kwamen er samen of vierden er feest o.a: Sint-Lucas (geneesheren), Sint-Jozef (aannemers), Sint-Elooi (smeden, elektriciens), de Turnhoutse zwemverenigingen TZV en OLMA, de judoclub, de biljartclub, het K(empens) L(egioen) en N(ationale) S(trijders) B(ond) (oudstrijders), Interkempen (Intercommunale der Kempen voor Gas-en Electriciteitsvoorziening), NV Laboratoria Pharmaceutica (het latere Janssen Pharmaceutica toen nog in de Stationstraat), banketbakkers, beenhouwers, postzegel- verzamelaars, notarissen en vissers-, jagers- kaarters- en schakersclubjes (met o.a. dr. Paul Janssen). De Turnhoutse Concertvereniging en het jeugdtheater repeteerden er.

Het Lindenhof was toen ook bekend voor een goed getapte Stella en was een laagdrempelige ontmoetingsplaats. In de voormiddag dronken de advocaten er een filterkoffie tussen de pleidooien door. Werklui, bedienden, handelaars, renteniers, gepensioneerden trof men aan de toog, zo tussen 17.00 u en 18.30 u. Het was ook de ‘wachtzaal’ voor vaders of chauffeurs die moeders en kinderen naar kinderarts Devriendt (buurman) brachten soms tot ’s avonds laat. De avonden waren voorbehouden voor de stamgasten en nababbelaars van de vergaderingen en verliepen meestal in een rustige sfeer tot de eerste Tv-uitzendingen hun intrede deden. Een Tv-toestel was toen nog een duur hebbeding en voor de zwart-wit-uitzendingen van knallers als ‘Schipper naast Mathilde’ en ‘Honderdduizend of Niks’ was heel wat belangstelling. De zondagvoormiddag liep de verbruikszaal vol met biljarters, kaarters, keuvelaars, koorzangers ….

Hoogtepunt van het jaar was de Turnhoutkermisweek. De biljarts werden een podium, de wanden verdwenen tussen café en biljartzaal. Een dansvloer verscheen onder de linde, lampions werden opgehangen, tafels en stoelen geplaatst in de tuin. Gedurende 10 avonden (en nachten) speelde een orkest live dansmuziek. Jong, minder jong en oud dansten romantisch onder de linde.

De dansavonden in de grote feestzaal boven waren meestal het initiatief van een of andere vereniging. De luchters op het gelijkvloers dansten dan duchtig mee!

Teerfeesten, bedrijfsfeesten, communie- feesten, huwelijksfeesten, banketten waren legio. Vlees, vis, gevogelte, verse groenten… ’t werd allemaal kersvers aangevoerd. Diepvriezer, bewaarmiddelen, vacuüm- verpakking kende men niet! Aardappelkroketten (bolletjes) werden manueel gerold (soms meer dan duizend!). Frieten en pommes pailles (flinterdunne frietjes) werden handgesneden. Stoofvlees, klassieke rosbief of kalfsgebraad met groentekrans, communiekorfjes en huwelijks- bootjes, rundstong in Madeirasaus, Normandische tongen (wereldberoemd in Turnhout en omstreken), bereidingen van kalfszwezeriken, forellen en gelée, eend met appelsien, parelhoen en wildbereidingen allerlei, werden opgediend. Topper van de desserten was de diplomat! Al die heerlijkheden werden aangeboden op massief zilveren schotels, bereid op een met steenkool gestookte cuisinière en opgediend door een team Turnhoutse dames (in het zwart met witte schort) of ingehuurde Antwerpse kelners in pit!

Moeke Dom. (Foto Jo Dom)

Moeke Dom (rechts) geholpen door zoon, dochter en hulpkok. (Foto Jo Dom)

Het Lindenhof in al zijn glorie. (Foto Jo Dom)

Aan de tapkraan in het Lindenhof (1949). (Foto Jo Dom)

Heel dat enorme gebouw werd verwarmd door met steenkool gestookte kachels! Aan de kolenkelder stonden altijd wel een tiental kolenkitten te wachten!

Midden jaren zestig (64?) werd het huurcontract beëindigd. Inmiddels kochten de uitbaters Stan Dom en Marieke Raeymaekers Hotel Bos en Duin in Kasterlee. Later verhuisde het Lindenhof met een andere uitbater naar de Warandestraat.

Enkele anekdotes
Stan Dom was in een vroeger leven veekoopman en hield achteraan in zijn tuin drie varkens Op een dag kwam een politieagent binnen en vroeg langs zijn neus weg of het waar was dat Stan varkens hield. Toen Stan bevestigend antwoordde zei die agent: ‘Dan zijn die nu aan het winkelen in de Gasthuisstraat!’

Louis S. een dagelijkse klant, bestelde een pint en vond dat de schuimkraag nogal groot was. Stan antwoordde: ’Dat wordt wel bier’. Toen Louis even later vertrok legde hij 5 frank (12 eurocent) op de toog waarop Stan hem erop attent maakte dat een pint wel 6 frank kostte. Antwoord van Louis: ‘Dat wordt wel 6 frank!’
Het jongste zoontje van de familie Dom ontdekte het geheim van de Sint toen hij gelijktijdig drie Sinterklazen de verschillende feestzalen zag verlaten!

Groepsfoto in de tuin van het Lindenhof.

Personeelsfeest van Interkempen in het Lindenhof (1954). (Foto Jo Dom)

Datum publicatie: september 2019

Medailles en penningen van Turnhout

Willy Hannes

De interesse voor medailles is er gekomen door mijn schoonvader en mijnwerker Louis Peeters, die mij een mooie medaille van de kolenmijn van Beringen en een boek over het jubileum van de mijnen (1907-1957) schonk. De medaille was uitgegeven in 1950 t.g.v. het bezoek van Prins(!) Boudewijn aan de koolmijn en staat in het boek vermeld. Ik heb ze nog steeds in mijn bezit.

Medaille ter gelegenheid van het bezoek van prins Boudewijn aan de mijn van Beringen. (Foto Willy Hannes)

Tijdens het verzamelen van medailles en penningen van Belgisch Congo, mijn hoofdhobby, waarmee ik sinds 2013 bezig ben, kwam ik zeer sporadisch een medaille van Turnhout tegen en zo groeide het idee om een inventaris van medailles over Turnhout te maken in de vorm van een artikel of een boek voor het EGMP (Europees Genootschap voor Munt-en Penningkunde), waar ik lid van ben, in de veronderstelling dat er niet zo veel uitgegeven waren.

De volgende logische stap was een bezoek aan het stadsarchief van Turnhout, gevestigd op de Grote Markt. Ik kwam terecht bij Bart Sas, de stadsarchivaris. Hij vertelde mij dat er een digitale versie van alle medailles in het archief bestond en zou mij die bezorgen via mail. Reeds de volgende dag kreeg ik een lijst van Patrick Meir, IT-verantwoordelijke, van maar liefst 739 pagina’s van de collectie Taxandriamuseum Turnhout. Was me dat even schrikken. Bij nader toezicht bleek dat er telkens een bladzijde gewijd was aan de beschrijving van de medaille, met veel toewijding gedaan door registrator Marie-Paule Peeters, gevolgd door een bladzijde met de foto van de medaille. Na samenvoeging en verwijderen van dubbele beschrijvingen bleven er nog een 170 unieke medailles over, waarmee ik aan de slag kon. Tijdens de verwerking van de documenten kwam ik verschillende foto’s tegen met een etiket opgeplakt of van mindere kwaliteit. Ik nam dan contact op met Karlien De Voecht, stafmedewerker behoud en beheer (collectie), die de nodige stappen ondernam om de etiketten te verwijderen en de medailles ter beschikking te stellen voor nieuwe foto’s, wat heel vlot verlopen is.

Ik heb mij voor het schrijven van mijn boek beperkt tot de periode vanaf 1830 tot 2000 omdat er van voor deze periode zeer weinig medailles beschikbaar zijn, nl : slechts enkele stuks van 1597 over de slag om de Tielenheide met 9 veroverde steden op de Spanjaarden in 3 maanden.

Ter vervollediging zijn in het boek ook een aantal medailles die niet in het bezit zijn van het stadsarchief toegevoegd: een tiental medailles van de Koninklijke Bibliotheek te Brussel en 12 medailles van mijn eigen privéverzameling. Het bevat ook een lijst van personen en verenigingen die op de medailles voorkomen.

Het opmaken van het boek volgens jaar van uitgifte van de medailles heeft ongeveer een jaar geduurd. Ik ben me bewust dat het verre van volledig is maar het geeft toch een indrukwekkend beeld van de pracht van deze medailles waarvan een paar in bijlage te zien zijn.

Stedelijk Bestuur van Turnhout.  (Foto Willy Hannes)

Voorzijde: vergulde, gekroonde medaille (7x5 cm) met ophangoog. Stedelijk Bestuur van Turnhout. Keerzijde: binnen een brede vruchten- en bloemenkrans, over meerdere regels, de tekst: Blijde Intrede van hunne Koninklijke Hoogheden, Prins Albrecht & Prinses Elisabeth van België, 19 juni 1904. Collectie Taxandriamuseum Turnhout, nr. T09279.


Kruidkundig Genootschap Dodonaea.  (Foto Willy Hannes)

Voorzijde: gekroonde verzilverde medaille (10 cm) met ophangoog en geajoureerde randversiering met C-krullen en bloemen. Adminon Communale de Turnhout. Keerzijde: centraal opschrift: Kruidkundig Genootschap/DODONAEA/Turnhout/Tentoonstelling /1898. Collectie Taxandriamuseum Turnhout, nr. T08983.


Ik wil mijn dank betuigen aan iedereen hiervoor vernoemd voor hun kostbare hulp bij de opmaak van dit werk die, elk op zich, een verhaal vertellen over mensen en gebeurtenissen.


Geïnteresseerde lezers kunnen contact opnemen met Willy Hannes (willyhannes@telenet.be).


HANNES (W.), Medailles en Penningen van Turnhout. Verhalen over mensen en gebeurtenissen vanaf de Belgische onafhankelijkheid tot de eenentwintigste Eeuw 1830-2000

                        

MET DE MEDEWERKING VAN ARCHIEF EN MUSEA TURNHOUT. ERFGOEDDEPOT NOORDERKEMPEN. KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK VAN BELGIE. WILLY HANNES 2017


BIJLAGE 1: Personen vermeld op de medailles van Turnhout. (foto Willy Hannes)

 

Charles Niellon 1833

Karel Theodoor lebon 1842

C. Gluckx 1845

Eduard Bekaert 1847

Vandevelde / Deken van Turnhout 1867

Francs Nuyens, 19 April 1867

Fr. Van Riemen, 7 Mei 1867

Fr. Knot, 17 July 1867

L. Willems 1871

J. Snoeckx 1871

Eugène Sanders. 1872

Joseph Levrie 1874-1875

J. Van den Hout 1874-1875-1877

L. Matthé 1874 1875

J.B. Van Tulden 1875

Laurent Römer 1878-1880-1881-1882

Jos Van Tongerloo 1882-1883

Edouard Daems 1889-1890-1894-1895-1896-1898

Van Hooghten Louis 1889

Joseph. Hannoset 1891-1895-1899

J. Van Herck 1891

J. De Langh 1898

Theresia Janssens 1848-1898

Jan Loyens 1903

Frans Thijs 1908-1909-1910

H.H. Fr. Bauweraerts / perfekt 1911

Aug. Van Eekert 1911

Jan Crols 1911

JanDergent 1912

Daems Cesar 1913

Jan Verdonck 1918

Armand Van Hove 1921

Gust Davids 1924-1925

Jos Andelhof 1927-1934-1948

Pierre van Sassenbrouck 1935

Jan de Wolf 1937

Jos Bluekens 1947-1950

Hip. De Chaffoy 1949

Ch. De Chaffoy 1951

Braas Isidoor 1952 1953

Van Nieuwenhuysen D. 1971

L. Noyens 1981

B. Meyer 1998

F. Van Dijk 2000


BIJLAGE 2: Verenigingen en firma’s vermeld op de medailles

Willemsfonds 1847

Société d’Harmonie de Turnhout 1856

Sodalité des messieurs à Turnhout 1866

Ste Chispinus Gilde (Gilde St Crispijn) 1867-1890-1912

Muziekmaatschappij Echo de la Canpine 1879-1887-1921

Koninklijke Belgische Turnbond / Noordergouw 1881-1918

Het Korps der Eerewacht te Turnhout 1883

Kruidkundig Genootschap DODONAEA 1887-1895-1898-1902-1905-1908-1911-1923-1925

Vrienden der armen (weldadigheidskring Turnhout) 1889

Muziekmaatschappij de Onafhankelijken Turnhout 1893-1908

Vlaamse Katholieken Turnkring Turnhout 1895

Koninklijke Redders Maatschappij Union&Constance 1895

Bond der Belgische Brandweren 1895

Vlaamsche Congegratie van Turnhout 1898

Kunstverbond Turnhout 1902

Turnvereniging Kracht & Zwier 1904-1918-1927-1981

Fanfarenmaatschappij de Burgerszonen (Oud-Turnhout) 1909

Genootschap der Xaverianen te Turnhout 1911

V.O.S. Vereniging van Oudstrijders Turnhout 1918-1938

Société d’Harmonie Ste Cécile de Turnhout 1920

Nationaal Verbond der Verminkteen Invaliden 1920

ComiceTurnhout 1921

K.V. Tooneelkring De Dageraad Turnhout 1924

Edele Handboog / Turnhout 1927-1934-1935-1937 1947 tem 1951

Turnhoutse Broederschap der Processie 1937

Philips Turnhout 1957

Kazerne Turnhout OC Nr 3 1971

Algemene Wandelsport Vereniging Turnhout 1973

Zwemclub OLMA Turnhout 1989

S.A.S.K. Turnhoutse Academie voor Schone Kunsten 1989

Datum publicatie: juni 2019

Bakkerij Van Eupen

Jef van Dooren

In de lezersrubriek van ons ledenblad van december 2018 beloofde ons lid Jef van Dooren om meer informatie te geven over bakkerij Van Eupen in de Sint-Antoniusstraat. Hier komt het resultaat van zijn opzoekingwerk.

Het Bezemklokje situeerde de bakkerij in nummer 27 in de Sint-Antoniusstraat. Dit is echter niet juist. Jef Van Eupen (°1933, gehuwd Zwijsen), kleinzoon van Alfons Van Eupen, schreef aan Jef van Dooren: ’Die bakker uit het artikel was mijn vader Jozef Van Eupen (gehuwd Gils). Hij baatte de zaak uit tot 1956. Alfons Van Eupen (gehuwd Loos), bekroond in Brugge (zie reclamefoto), was mijn grootvader, de bakker die de zaak stichtte’.

Reclame voor Bakkerij Van Eupen. (Foto familie Van Eupen)

Ons huisnummer was 29, ik heb nooit een ander nummer gekend! Links naast ons woonde de familie Daeleman, buren dus en vrienden. Nummer 31 was ook van ons, den boven was verhuurd en den beneden werd gebruikt voor allerhande zaken van de bakkerij. Het telefoonnummer van de winkel was 410. Zoals op de foto van de voorgevel is te zien zijn er boven de winkel drie vensters, de tweede links was de slaapkamer van mijn ouders en daar ben ik geboren ('n boeleke van 6 kilo, onze Fon woog ook 6 kilo en onze Marcel 5,5 kilo). Je kan dus wel denken hoe mijn moe heeft afgezien. Onze huisdokter, die bij de geboorte aanwezig was, was Stan Janssen, de vader van Paul, van Janssen Pharmaceutica.

In de bakkerij werkten normaal zes gasten. Drie van hen reden vooral rond met pistolets op fietsen met een ijzeren bak en grote korven. De pateekes werden thuis gebracht als de klanten dat vroegen. De klanten konden alle dagen vanaf 6 uur pistolets aan de deur krijgen. Mijn vader bakte er in de week elke dag meer dan 3000 en 's zondags meer dan 5000. Niet te geloven, hé. Daarom waren dus de grote korven.

Het Bezemklokje noemde de bakkerij foutief Van Heupen. Het gekende verleden van de Eindhovense familie Van Eupen gaat terug tot ca. 1550, steeds onder de naam Van Eupen (of Van Upen). De naam Van Heupen komt voor de eerste maal voor bij sommige kinderen in het gezin van Leonardus van Eupen. Hij werd geboren in Eindhoven (°1700), kwam naar Turnhout en trouwde daar met een Turnhoutse vrouw. In Turnhout noteerden sommige priesters in het doopregister vaak Van Heupen, omdat in het plaatselijke dialect de klinker vooraan in een woord soms aangeblazen wordt. De pastoor van de parochie noteerde de H indien hij ze hoorde en die naam werd dan doorgegeven aan de kinderen. De namen en hun schrijfwijze werden wettelijk vastgelegd met de invoering van de burgerlijke stand (bij ons tussen 1790 en 1800). Alle Van Heupens stammen dus af van die Leonardus.

Een van zijn afstammelingen, Jef Van Heupen, werd zelfs geëerd met een straatnaam. Hij was medestichter van de BWP-afdeling in Turnhout en actief in de socialistische sigarenmakersbond, de Bond Moyson, de Socialistische Jonge Wacht en de Rode Turners.

Pastei en kleingoed bakkerij, Sint-Antoniusstraat 29. (Foto familie Van Eupen)

Alfons Van Eupen, geboren in Turnhout 1867.

Jef Van Eupen, geboren in Turnhout 1898.


Datum publicatie: februari 2019

Erfgoed om blij mee te zijn

Rita Dries, Gil Tack, Lis Van Mierlo

In het ledenblad van juni en van december schreef Het Bezemklokje over de ziekenzorg in Turnhout, uitgevoerd door de ziekendiensters of Duitse nonnen. Hun klooster was sinds 1880 gevestigd in de Patersstraat. In 1898 verhuisden ze naar de Otterstraat nummer 35, waar zich nu de winkel Broeckx F(reddy)&S(onja) bevindt. De ouders van Sonja kochten het pand in 1964 om er hun zaak Hendrickx Stoven, tot dan gelegen op de hoek van de Grote Markt en de Herentalsstraat, in te vestigen. Bij de verbouwing hebben zij de authentieke elementen van het vroegere klooster zo veel mogelijk bewaard, achteraf gezien een voorbeeld van erfgoedbehoud. De huidige eigenaars, Sonja Hendrickx en Freddy Broeckx gaven Het Bezemklokje de toelating om dit erfgoed te fotograferen, waarvoor heel veel dank. Daarom kunnen onze leden genieten van een virtuele rondleiding in het vroegere klooster. Omdat het uniek fotomateriaal betreft publiceren we de foto’s uitzonderlijk in kleur.

De benedenverdieping
In de huidige winkelruimte bevonden zich de nu verdwenen spreekkamers. Op de eerste verdieping van dit voorste gedeelte waren ziekenkamers. Naast de huidige winkelruimte geeft een brede gang uit op een poort aan de straat. In de muur van deze gang is de steen met het bouwjaar gemetst. 

Achter de winkelruimte bevindt zich het voorportaal van de vroegere kapel met de inkomdeur. Deze heeft een geschilderde spreuk in het timpaan met daarboven in bas-reliëf een doornkroon met rechtsboven een bloedspat, verwijzend naar het lijdensverhaal van Jezus. 

De vroegere kapel, gebouwd volgens een plan van Pieter Taeymans (omstreeks 1898), is nu als bureel ingericht. Achter de kapel lag de sacristie, nu het woongedeelte van de heer en mevrouw Broeckx. 

Het voorportaal van de kapel, waarvan de zoldering is afgewerkt met een kroonlijst en versierde consoles, werd behouden als deel van het handelspand. Ook de metalen gevelankers zijn in deze ruimte nog te zien. 

Naast de vroegere kapel bevond zich een open binnenkoer, die nu overdekt is. Links in deze ruimte zijn de bovenramen van de kapel te zien. 

Rechts op de oude binnenkoer is een van de twee nog aanwezige identieke toiletdeuren te zien. 

Een dubbele deur in de vroegere binnenkoer geeft toegang tot de achterliggende vertrekken met de ruimtes om de was van de ziekenkamers te doen. Zuster Barbara (zie artikel in het vorige ledenblad) vertelde dat hier ook de zuster van wacht sliep.

De betegeling van deze ruimtes werd eveneens behouden. 

Op de muren … 

… op de vloer 

De overblijfselen van de kapel op de huidige eerste verdieping

De apsis waar vroeger het altaar stond, is te zien op onderstaande foto. 

Het ronde glasraam toont een afbeelding van een Christusfiguur die het Heilig Hart toont. Het hart waarop een kruis staat is omkranst door een doornkroon. Een afbeelding van het Heilig Hart benadrukt de menselijke kant van Jezus en richt de aandacht op Jezus’ innerlijke geest, zijn liefde en zijn moed. De oorsprong van deze afbeelding ligt in het passieverhaal dat vertelt hoe Jezus, als koning der Joden, gekroond werd met een doornkroon. Het kruis verwijst naar de kruisdood. Het kleurrijke ronde glasraam wordt omgeven door een aantal muurschilderingen.

Links onderaan een afbeelding van een kelk in een stralenkrans, omgeven met druivenranken en drie blauwe druiventrossen. Boven op de kelk een PX-teken. Onder de kelk lezen we een gedeelte van de tekst: ‘Qui venit ad me non esuriet, et qui credit in me non sitiet’. Vrij vertaald: Wie tot mij komt zal geen honger lijden en wie in mij gelooft zal geen dorst lijden. 

Rechts onderaan een afbeelding van een kelk gevuld met broden en omgeven door korenaren. Op de kelk staat een PX teken met alfa en omega. Onder de kelk lezen we een gedeelte van de tekst: ‘Hic est panis qui de caelo descendens ut si quis ex ipso manducaverit non moriatu.’ Vrij vertaald: Ziehier het hemels brood, wie hiervan eet zal eeuwig leven.
Beide afbeeldingen staan symbool voor de eucharistie. De Rooms Katholieke kerk leert dat tijdens de eucharistie brood en wijn veranderen in het lichaam en bloed van Jezus zodat hij lichamelijk aanwezig is. Tijdens de misviering wordt Jezus’ offer, de kruisdood, voortgezet en nemen de gelovigen deel aan de gemeenschappelijke maaltijd waarbij zij symbolisch het lichaam van Christus nuttigen. Het Christusmonogram PX verwijst naar de Griekse letters X (chi) en P (rho). Het zijn de eerste letters van XPICTOC of Christus. De alfa en de omega zijn de eerste en de laatste letter van het Griekse alfabet en symboliseren God, het begin en het einde van alle dingen. Evenals de aureolen en de cirkels verwijzen ze naar zijn oneindig en eeuwig wezen. 

Op beide muurschilderingen is te zien dat een deel van de tekst onder de afbeeldingen gedeeltelijk is verdwenen. Bij de aanpassingswerken in het verleden werd in het bovenste gedeelte van de kapel een vloer aangelegd om deze tot een zolder om te vormen. De planken bedekken het onderste deel van de Latijnse zinnen bij de muurschilderingen. 

Boven het glasraam is er een muurschildering met een driehoek waarin een oog afgebeeld is. Dit ‘Alziend Oog’ staat symbool voor God de Vader, de Almachtige. De driehoek verwijst naar de Drie-eenheid: Vader, Zoon en Heilige Geest. 

Rechts- en linksboven naast het glasraam een afbeelding van een engel opgenomen in een wolk met gouden sterren, het symbool voor de hemel waar gelovigen na een godsdienstig leven op aarde voortleven. 

De ramen, met spitsbogen, in de linkerzijmuur geven uit in de nu overdekte binnenplaats op het gelijkvloers. Tussen de ramen korte pilasters met kapitelen. 

De zijmuren zijn verder versierd met fresco’s van vaandels met namen van heiligen, zoals die van Onze-Lieve-Vrouw, Sint-Elisabeth, Sint-Anna en Sint-Antonius. 

De houten spitsvormige dakconstructie is bedekt met blauw geschilderd stucwerk, versierd met gouden sterretjes die het uitspansel symboliseren. 

Het kloostergedeelte op de eerste verdieping

De gang met vijf slaapvertrekken van de zusters. 

Elke cel draagt de naam van een heilige. Naast Sint-Franciscus gaven ook de Heilige Theresia, de Heilige Anna en Sint-Antonius hun naam aan een cel. 

De cellen zijn ongeveer 1,80 breed en krijgen hun licht via de helft van een spitsboogvormig raam. Op de zolderverdieping zijn nog zeven cellen ingericht.

Het waterpunt in de traphal op deze verdieping. Sanitair was tot in de jaren vijftig zeer rudimentair. 

In de tuin achter het huidige woongedeelte, de vroegere sacristie, staat nog steeds het kapelletje van de zusters. 

 

Bibliografie
JANSEN (J.E.), Gids voor de bezoeker aan de stad Turnhout en omstreken (Antwerpse Kempen), Turnhout, 1947.

Met dank aan ons lid Max Seelen om dit werk onder onze aandacht te brengen.